‘Niet alle dwalers bennen verdwaald,’ zingt Daniël Lohues. En is dat niet hoe we ons vaak voelen? Dwalers… Al moet ik eerlijk zeggen dat ik daarbij juist regelmatig het idee heb dat ik verdwaald ben. Verdwaald in de wirwar van het leven. Verdwaald in alle indrukken die er dagelijks op je afkomen. En verdwaald in je eigen gedachten, die soms een loopje met je lijken te nemen. In die zin voel ik me soms meer de ‘Hopeless wanderer’ van Mumford and Sons, dan de ‘dwaler die niet verdwaald is’ van Daniël Lohues.
Toch geloof ik niet dat dwalen zinloos is. Of zoals Lohues het paradoxaal zegt: ‘Dwalen kan ’n doel weden, mar zölfs zunder dat, kan piereweijen weerde hebben, ook al he’j der niks an had.’
Om maar eens met het tweede te beginnen: in de hectiek van het leven – waarin er vaak een grote druk ligt om te presteren en te ‘shinen’ – is het soms heerlijk om even niet mee te doen in de mallemolen van alledag. Even een moment waarin je geen onderdeel hoeft te zijn van het ‘productieproces’, maar waarin je simpelweg mag rusten, genieten en ontvangen.
Maar ook van het genieten kunnen we een ultiem doel maken, waar we vervolgens dan weer niet aan kunnen voldoen. Weer gefaald. Weer te weinig gehaald uit de tijd de we hebben. In dat licht is het heerlijk ontnuchterend, dat ‘piereweijen’ ook waarde kan hebben, als je niet direct ziet wat het opgeleverd heeft.
Toch kan dwalen inderdaad een doel hebben in het leven. Zoals we hierboven al hebben gezien, is het gezond om met enige regelmaat een ‘time out’ te nemen. Maar ook het besef dat we in het leven per definitie dwalers zijn, kan ons helpen om de dingen in het leven soms met een korreltje zout te nemen.
In de Bijbel wordt regelmatig het beeld van de pelgrim of vreemdeling gebruikt, die onderweg is naar zijn/haar bestemming en in dit leven dus nooit helemaal ‘gearriveerd’ is. Je zou dus kunnen stellen dat iedereen in feite een dwaler is. Dat heeft als consequentie dat het leven hier en nu nooit helemaal ‘af’ is, er zitten altijd rafelrandjes aan. Ook betekent het dat je regelmatig met onzekerheden moet leren leven, omdat je van veel dingen niet precies weet hoe het zit.
Het bovenstaande kan soms tot de nodige frustraties leiden. Toch kan het de moeite waard zijn om te accepteren dat we nou eenmaal dwalers zijn. Of zoals Mumford and Sons het in ‘Hopeless wanderer’ verwoorden: ‘I will learn to love the skies I’m under.’
Als we leren leven met het idee dat we dwalers zijn, dan kan dat ons juist een stuk ademruimte geven, want kennelijk hoef je niet alles te weten en te kunnen. En als we durven vertrouwen dat we nu ‘in een wazige spiegel’ kijken, maar straks ‘oog in oog’ staan (1 Kor. 13:12), dan mogen we inderdaad weten dat niet alle dwalers verdwaald zijn.