Voorganger of grensganger?

‘Voorganger’, dat is hoe mijn functie officieel heet. En dat roept bepaalde associaties op. Is de voorganger er bijvoorbeeld vooral om voor te gaan in de diensten? Of iemand die altijd voorop gaat in de (geestelijke) strijd?

Eigenlijk ben ik een beetje ongelukkig met de term ‘voorganger’, omdat het net als ‘dominee’ (heer/meester) en ‘paus/pater’ (vader) een onderscheid dreigt te maken tussen ‘gewone’ en ‘professionele’ gelovigen. En dat is volgens mij precies waar Jezus zich in Mat. 23:8-12 tegen afzet. In plaats van ‘meester/leraar’ of ‘vader’, mogen wij elkaar broers en zussen noemen. Daarmee benadrukt hij een radicale gelijkheid, in plaats van een sterk hiërarchisch onderscheid.

Laatst werd ik door iemand het ‘hoofd van de gemeente’ genoemd. Ik vind dat dus doodeng, want volgens mij kan er maar één iemand het ‘hoofd van de gemeente’ worden genoemd (Ef. 4:15-16). Dat neemt niet weg dat er leiders in de gemeente kunnen zijn, of mensen die de gave hebben om voor te gaan. Maar volgens mij is het leiderschap in de gemeente altijd meervoudig en kun je beter gavengericht werken, dan alle ‘belangrijke’ taken aan een ambt ophangen (zie o.m. Rom. 12:3-8, 1 Kor. 12, Ef. 4:7-16 en 1 Petr. 4:10-11).

Daarom zou ik ervoor willen pleiten om de voorganger voortaan ‘grensganger’ te noemen. Als voorganger kom je namelijk – zeker in het post-christendom tijdperk – met allerlei verschillende mensen in contact, zowel binnen als buiten de gemeente. En tussen die mensen kan er nogal eens een kloof zitten, die langs allerlei lijnen kan lopen: jong – oud, traditioneel – (post-)evangelisch, binnenkerkelijk – buitenkerkelijk, etc. Waar mensen elkaar soms niet of nauwelijks meer spreken, daar hoor je als voorganger soms juist de verhalen van beide kanten.

Maar ook op andere manieren ben je als voorganger een grensganger: je staat bijvoorbeeld op de grens van het verleden naar de toekomst, met het ene been in de traditie en met het andere in een weg naar vernieuwing. Of op de grens tussen (de wereld van) de Schrift en de wereld van de 21e eeuw. En – zeker niet onbelangrijk – op de grens tussen je gemeente en buurtgenoten die niet het geloof met je delen, maar wel veel andere dingen. Als grensganger sta je daarbij voor de uitdaging om de beide kanten van het verhaal te verstaan en – waar mogelijk – bruggen te bouwen.

Uiteraard geldt ook hier: in feite zijn we allemaal grensgangers. We zijn namelijk allemaal als priester geroepen in een omgeving waar we vreemdeling zijn (1 Petr. 2; vgl. ook de titel van het boek van Stefan Paas). Dat is dus een ‘algemeen priesterschap’, of – om het met de eerder aangehaalde teksten te zeggen – we hebben allemaal de geestesgave van grensganger ontvangen. We mogen dus de weg volgen die de Geest voor ons baant, zoals dat ook mooi in Opwekking 167 wordt verwoord: ‘En de Geest doorbreekt de grenzen, die door mensen zijn gemaakt.’

Grensganger is dus een taak voor iedereen, maar als je de voorganger toch ergens mee moet aanduiden, dan pleit ik ervoor hem/haar ‘grensganger’ te noemen.

Neem gerust contact op
Scan de code